Bewaking zwenken van windturbines

Windturbines zullen in toenemende mate zwenken naarmate de windsnelheden toenemen. Dit is normaal en de toren, rotor en bladen kunnen deze krachten tot een bepaalde limiet zonder schade aanhouden. Boven deze limiet moet de turbine worden gefixeerd (d.w.z. stilgelegd) om overmatige belasting van de rotor, schade aan de toren en bladen en gevaarlijke situaties te voorkomen.

De afbuigamplitude aan de bovenkant van de toren kan worden gemeten met behulp van een DIS Sensors versnellingsmeter, die een betrouwbare indicatie geeft van de ernst van de windkrachten.

Met een versnellingsmeter gemonteerd in de turbinegondel bovenop de toren, kan de afbuigamplitude tegelijkertijd in één of twee richtingen worden gemeten. Op basis van de gemeten versnellingen kan de besturingseenheid passende actie ondernemen.

Voor functionele veiligheid is ook een SIL2/PLd-model beschikbaar.

Sensor: QG40 of QG656 versnellingssensor
Specifiek: 2-assen of optionele omnidirectionele, optionele SIL2 / PLd